Artikelen
28-11-2024
Berekening heffingskortingen bij gedeeltelijke belastingplicht
28-11-2024
Hoge Raad: ongelijke behandeling bij WGA-uitkering en arbeidskorting
28-11-2024
Indexering griffierechten per 1 januari 2025
28-11-2024
Toepassing eigenwoningregeling bij besluit tot verkoop voor juridische levering woning
21-11-2024
Premie en bijdrageloon Zorgverzekeringswet 2025
21-11-2024
AOW-leeftijd blijft 67 jaar en 3 maanden in 2030
21-11-2024
Villatax is geen ongeoorloofde inbreuk op het eigendomsrecht
21-11-2024
Belastingrente van 8% voor vennootschapsbelasting onverbindend
Het ministerie van Financiën heeft een standpunt gepubliceerd over aanvullend rechtsherstel in box 3. Dit standpunt is ingenomen naar aanleiding van de arresten van de Hoge Raad van 6 juni 2024. De Hoge Raad heeft in deze arresten aangegeven dat voor het bepalen van het werkelijke rendement het gehele vermogen in box 3 zonder aftrek van het heffingvrije vermogen moet worden meegenomen. Het rendement omvat zowel directe als indirecte voordelen. Indirecte voordelen zijn waardeveranderingen van de vermogensbestanddelen, ongeacht of deze gerealiseerd zijn. Het kabinet volgt deze definitie van het werkelijke rendement.
Alle belastingplichtigen, aan wie na het Kerstarrest van 24 december 2021 een aanslag is of wordt opgelegd, kunnen het formulier opgaaf werkelijk rendement van de Belastingdienst invullen als hun werkelijke rendement lager was dan het forfaitaire rendement. Dit is mogelijk vanaf medio 2025. Voor zover de bezwaartermijn is verstreken wordt het indienen van het formulier gezien als een verzoek om ambtshalve vermindering van de aanslag. Voor aanslagen over het jaar 2019 verstrijkt de vijfjaarstermijn voor een verzoek om ambtshalve vermindering op 31 december van dit jaar. Voor het jaar 2020 verstrijkt de termijn ultimo 2025.
Neem contact met ons op als u vermoedt dat uw werkelijke rendement in een of meer van de jaren 2019 tot en met 2023 lager was dan het forfaitaire rendement.
Bron: Overig | publicatie | 04-11-2024